Thermen am Viehmarkt

De Thermen am Viehmarkt zijn een Romeinse thermen in Trier. Het complex werd gebouwd tussen 80 en 100 na Chr. De ruïnes zijn nog steeds te zien en worden gebruikt voor concerten en het jaarlijkse forum van de wijn.De thermen van binnenDe Thermen am Viehmarkt zijn de oudste thermen van Trier, ouder dan de Barbarathermen en de Kaiserthermen. Bij het binnenkomen via de zuilengang arriveerde men in het apodyterium, waar men zich uit kon kleden. Hoewel men naakt baadde, droeg men meestal een soort slippers om niet uit de glijden over de olie op de vloer. Vanuit de kleedruimte ging men naar de Palaestra, waar men zich opwarmde door te sporten. Wat men hierna deed was voor iedereen anders. Er was een lauwe bad (tepidarium), een zweetruimte (sudatorium) wat vergelijkbaar is met een sauna en een heet bad (caldarium). Na flink te hebben gezweet dook men in het koude bad (frigidarium) om af te koelen.GeschiedenisDe Thermen am Viehmarkt werden het meest gebruikt in de 3e en 4e eeuw. Echter, na de val van het Romeinse Rijk raakten de thermen in verval en werden de stenen gebruikt voor huizenbouw. In de 13e gebruikte men de grond als steengroeve. Nog 500 jaar later, in de 17e en 18e eeuw, werd op het oostelijke deel het Kapuzinerklooster gebouwd. In 1802 werd de locatie een veemarkt. Vandaar de naam Viehmarkt. De ruïnes waren vergeten, en men nam aan dat er maar twee thermen in Trier waren geweest. In 1987 stuitte men op de resten van de Thermen am Viehmarkt bij graafwerken voor een ondergrondse parking. De ruïnes werden gerestaureerd en staan open voor bezoek. Het plan van de ondergrondse garage kreeg een nieuwe locatie, hoewel niet iedereen hiermee blij was, aangezien sommige archeologisch interessante lagen werden vernietigd bij de bouw. Ter bescherming tegen de uitlaatgassen werd een glazen gebouw boven de ruïnes geplaatst. Dit wordt ook wel door de bewoners van Trier de Ungers-vitrine genoemd, naar de architect Oswald Mathias Ungers die het ontwierp.