In het Euthanasiecentrum Hadamar in de Duitse deelstaat Hessen werden tussen januari 1941 en maart 1945 ongeveer 14.500 mensen met beperkingen en psychische stoornissen vermoord. Dit gebeurde in het kader van het nationaalsocialistische euthanasie- en sterilisatieprogramma Aktion T4. De slachtoffers kwamen door vergassing of een dodelijke injectie om of door opzettelijke uithongering. Het euthanasiecentrum was gevestigd in het oude hoofdgebouw van de Psychiatrische Kliniek op de Mönchberg. De Gedenkstätte Mönchberg houdt tegenwoordig de herinnering aan de slachtoffers en de gebeurtenissen levend.Aktion T4In het begin van de Tweede Wereldoorlog werd in een Berlijnse villa aan de Tiergartenstrasse 4 de systematische moord op patiënten in psychiatrische inrichtingen gepland. T4 was de codenaam voor de villa van waaruit de organisatie en coördinatie van dit euthanasieprogramma plaatsvond. Deze villa werd in de oorlog verwoest, maar een informatiebord en een plaquette herinneren aan de plaats van Tiergarten 4.De inrichting in HadamarIn een vleugel van het hoofdgebouw van de Psychiatrische Inrichting van Hadamar werden in 1940, als laatste van de in totaal zes euthanasiecentra van het Duitse Rijk, de voorbereidingen getroffen voor de uitvoering van het nationaalsocialistische euthanasie-programma. Naast de inrichting van een kantoor en woon- en recreatieruimte voor het nieuwe personeel werden heimelijk in de kelder van het gebouw een gaskamer met aangrenzend een crematorium met twee ovens aangelegd. Kort voor de kerst arriveerde het speciaal voor het euthanasie-programma geselecteerde personeel, waaronder artsen, zusters en verplegend personeel en ook drie bussen van het transportbedrijf Gemeinnützige Krankentransportgesellschaft mbH (kortweg Gekrat resp. GeKraT), die de patiënten naar de plaats vervoerden waar zij zouden worden vermoord.